Vroeger was ik dakloos. Elke dag leefde ik in Kabukicho, overdag op zoek naar papa-activiteit op straat en sliep ik 's nachts bij een oom die ik niet kende. Ik wist dat ze Toyoko Kids heetten, maar het kon me niet schelen wat anderen zeiden, en ik ademde gewoon melancholie in zonder te kunnen sterven. Eén zo'n dag