Toen ik de dochter van het alleenstaande moedergezin naast de deur zag, groette ik haar. De laatste tijd komt het bijzonder vaak voor. Toen ik haar vroeg: "Bent u vandaag nog aan het werk, meneer/mevrouw?" antwoordde ze: "Ik ben al dagen niet thuisgekomen. Zo is het altijd als een man dat kan,' zei ze, en ze leidde me het huis in in kleren waarvan ik wist dat ze geen beha hadden. "Heeft Oji meneer / mevrouw me nodig?" vroeg hij, terwijl hij zijn broek naar beneden trok en aan me zoog.